Wat klopt er nou van die World Happiness Index?
Geluk Jan De Deken reisde de wereld over op zoek naar geluk, met de ‘World Happiness Index’ in de hand. Een papieren waarheid dus. Hoe gelukkig zijn mensen nou echt? „Wanneer alles compleet is, is het geen geluk meer.”
Thomas de Man
Serena zit voor haar webcam. Drie uur lang. Dit is de wereld van sadomasochisme (leer, zweepjes, handboeien) in San Francisco. „Wat zijn uw wensen, meester?” Een kist vol met seksspeeltjes staat naast het bed. Een tiental mannen maakt vanachter hun computers geld over om Serena hun wildste seksuele fantasieën werkelijkheid te zien maken. Veel van haar vaste klanten zijn inmiddels haar vrienden geworden en de chatbox fungeert als een soort kroeg. „Ik vind het heerlijk dat er een gemeenschap bestaat van mannen die mij aanbidden”, verklaart ze tegenover de aanwezige schrijver.
Geluk kent vele kleuren. Dat bewijzen Serena en andere personages uit Melk, honing, kerosine van Jan De Deken. In het boek onderzoekt de Vlaamse freelance journalist wat ons gelukkig maakt. Hij reist af naar de gelukkigste en ongelukkigste plaatsen ter wereld. Althans: hij gaat af op het stempel dat landen krijgen uit de talloze lijstjes over welbevinden, de geluksrankings die landen klasseren van gelukzalig naar diep ongelukkig, zoals de World Happiness Index van de Verenigde Naties. Een papieren werkelijkheid. Daarom vroeg hij mensen in elf landen, op zes continenten, naar wat hen gelukkig maakt. Hij onderzocht gewoontes, tradities en tegenculturen.
Volgens De Deken is de zoektocht naar geluk vergiftigd, „volgestouwd met kleurstoffen en verwerkte suikers”. Geluk als een marketingtool; overal en altijd aanwezig. Op een zodanig dwingende manier dat het gaat tegenstaan en we de waarde ervan niet meer inzien. Daarom, zegt hij, moet een boek op zoek naar geluk er ook een zijn over ongeluk.
Vrijheid, champagne en gejaagd zoeken naar succes
In Japan, dat op plek 54 van de 156 staat van de meest recente World Happiness Index, stuit de schrijver op vereenzaming en virtuele liefde. Veel jonge Japanners leiden een solitair leven, hebben geen partner en blijven kinderloos. In Tokio bestaat meer dan helft van de huishoudens uit singles. Mannen zoeken affectie in speciale cafés waar je voor een paar euro een knuffel of een complimentje krijgt. Een economisch verdienmodel gestoeld op een epidemie van eenzaamheid. De Japanse spagaat tussen moderniteit, groepsdenken en traditie lijkt moeilijk te overkomen.
In gesprek met de schrijver legt gelukszoeker Kiichi uit dat Japanners niet van perfect houden. „Aanvaarden hoe het leven komt in plaats van steeds dat beetje meer te willen. Pas wanneer je bij elke stap de imperfecties aanvaardt, kun je gelukkig leven.” Toch wringt het. Aan de ene kant staan Japanners die zich een slag in de rondte werken. En aan de andere kant een grote groep jonge mensen die geen waardig werk kunnen vinden. Volgens De Deken twee oorzaken van de vereenzaming van de bevolking. Maar geluk blijkt geen universeel begrip. Waar veel mensen in westerse landen enkel tevreden zijn met het hoogst haalbare, spreekt de Vlaming in Japan met mensen die hun leven het liefst een zes of een zeven geven. „Want dan kun je nog vooruitgang boeken. Wanneer alles compleet is, is het geen geluk meer”, aldus een nuchtere inwoner van Tokio.
Maar Jan De Deken vindt naast diepe eenzaamheid ook geluk in een solitair bestaan. Hij is inmiddels in Zuid-Amerika, het continent dat de Positive Experience Index aanvoert – voor wat het waard is. Volgens onderzoeksbureau Gallup hebben Latino’s de meeste positieve emoties van alles aardbewoners. Zijn ontmoeting met ‘gaucho’ Leo brengt de Vlaamse schrijver van al zijn reizen misschien wel het dichtst bij het recept voor een gelukkig leven.
Voor de Zuid-Amerikaanse cowboy komt geluk met de vrijheid van het gauchobestaan. Hij traint paarden, let op de boerderij, en houdt de veestapel bij. Geen baas, geen afleiding. Wel iedere avond een enorme lap van het beste vlees op de asado. Leo leeft van weinig en heeft nooit vakantie. „Eigenlijk zijn we arm”, zegt hij. „Maar er zijn ook veel minder onbereikbare dingen om naar te verlangen.” Volgens hem moet je harder worden, zonder ooit de genegenheid te verliezen. Een quote van Che Guevara, waar hij met zijn zwarte haar, rode motorfiets en baret volgens De Deken sprekend op lijkt. Leo lijkt met zijn simpele bestaan dicht bij het geluk te komen waar de schrijver naar op zoek is. Een vleugje traditie en liefde voor paarden, misschien is dat alles wat een mens nodig heeft.
Singapore schoot in een jaar als een geluksraket omhoog in de Positive Experience Index
In Singapore ziet hij hoe jonge mensen zich week na week uit de naad werken. Ze gieten de kleurloosheid van het bestaan ieder weekend af met duizenden dollars aan champagne. En nogmaals ter relativering van geluksrankings: Singapore schoot in een jaar als een geluksraket omhoog in de Positive Experience Index. In 2011 zei 46 procent van de stadsstaatbewoners positieve emoties te ervaren. In 2012 was dit 70 procent. Zo zorgden de inwoners van de stadsstaat er doelbewust voor dat hun land niet weer ongelukkig laag zou komen te staan op de ranking.
In de Verenigde Staten belandt De Deken in een ratrace: gejaagdheid, drang naar succes, geld. Hij haalt de Oostenrijkse sociaal-wetenschapper Ernst Gehmacher aan, die stelt dat er een onderscheid is tussen duurzaam geluk (plezier beleven aan wat je doet) en verslavend geluk (najagen van status en succes). Dat laatste is wat hij vooral aantreft in steden als New York en Los Angeles. Mensen die alles op alles zetten om door te breken en hun geluk laten afhangen van het moment dat dit lukt. Daarbij vergeten ze in het moment te leven.
Een zoektocht naar geluk eindigt al snel in een clichématig zelfhulpboek waar niemand een steek wijzer van wordt. Maar in Melk, honing, kerosine voelt deze queeste oprecht aan. De Vlaamse journalist heeft oog voor detail en neemt zowel de gelukswetenschap als zichzelf met een korrel zout. Toch doet dit niet af aan de boodschap van het boek. De mooie en diepgaande verhalen van de mensen die hij onderweg interviewt spreken voor zichzelf. Er komt geen eenduidige conclusie naar voren; geluk laat zich niet makkelijk vangen.
De gelukkigste mensen die De Deken tegenkomt zijn zij die van hun passie hun beroep weten te maken „en die het aan hun reet kan roesten wat hun omgeving daarvan denkt”. Mensen die voor een andere levenswijze kiezen en daarmee bewust tegen de dominante cultuur ingaan. En zij die de kunst van het loslaten tot in de finesses beheersen. Wat duidelijk wordt is dat geluk zich in ontelbaar veel verschillende vormen presenteert. Vaak op momenten of bij mensen van wie je het niet direct verwacht. Van geluk in een Amerikaanse sm-kelder tot veerkracht in het door oorlog verscheurde Congo. Misschien is er ook wel een beetje geluk voor nodig om gelukkig te worden.
Jan De Deken: Melk, honing, kerosine: op reis naar de gelukkigste en ongelukkigste plaatsen ter wereld. Querido, € 22,50.