'Melk, honing, kerosine' in de media

Reizend geluk - Weekend Knack, 23/5/2018 (column)

Reizend geluk

Jan De Deken is journalist, globetrotter en auteur van ‘Melk, honing, kerosine: op reis naar de gelukkigste en ongelukkigste plaatsen ter wereld’.

Mag ik eerlijk zijn? Ik ben het geluk niet gaan zoeken met de bedoeling het te vinden. Deze reis begon omdat ik na twee jaar freelancewerk in Latijns-Amerika zin had in andere lucht. De drugsbendeoorlogen, de carnavaleske staatshoofden, de reggaeton... Niet dat ze écht gingen vervelen, maar uiteindelijk klinkt de roep om smeergeld op zowat het hele continent hetzelfde, en ik ging me afvragen hoe elders in de wereld eigendom ontvreemd wordt onder overheidsvlag.

Ik wilde naar ’s werelds brandhaarden reizen (dat zit er nu eenmaal ingebakken), maar ook naar plekken die géén zuurstof geven aan boutades van het type ‘wie gelukkig is, die heeft niet goed nagedacht’. Ik wilde weten hoe mensen in de paradijselijke eentonigheid van Australië leven. In Hawaï, waar de natuurelementen je beste vrienden en tegelijk je meest te duchten vijanden zijn. Een zoektocht naar wat mensen (on)gelukkig maakt was het wervende verhaal dat ik nodig had, de paraplu waaronder zowel de grootste ellende als onbeschaamd optimisme geloofwaardig kon schuilen.

Pas later, onderweg, begon ik mijn queeste ernstig te nemen. Ging die me slapeloze nachten bezorgen zelfs. Bestaat er zoiets als gelukkige en ongelukkige landen? Hoe kun je het welbevinden van hele naties onderling vergelijken als dat bij individuen al zo moeilijk is? Wat mij gelukkig maakt, zou voor mijn lieve zus de hel zijn, ook al delen we dezelfde opvoeding en genetisch verworven onhebbelijkheden. Tussen een Peruaanse kustbewoner en zijn landgenoot in de Andes schuilt een continent aan cultuurverschillen en wereldbeelden. Hoe vergelijk je het geluk van die Peruanen dan met dat van een Japanse kantoorwerker, een Bulgaarse student of een Amerikaanse bdsm-pornoactrice die haar verwondingen als haute couture draagt?

Nu de almaar uitgedijde zoektocht na vijf jaar in boekvorm gegoten is, krijg ik twee vragen telkens weer voor de voeten geworpen: wat is nu de gelukkigste plek op aarde? En ben je er zelf gelukkiger van geworden? De eerste vraag smeekt om nuance. Welbevinden laat zich niet in grote waarheden vatten, hoe graag zelfverklaarde geluksgoeroes ons ook het tegendeel willen wijsmaken. Vertrouw geen mens die expertise fingeert met holle frasen als ‘het is bewézen dat’ of ‘wat we wéten’. Loop gillend weg zodra je dat accent aigu hoort vallen. Want we wéten helemaal niets. We zoeken, allemaal. Als het ultieme geluksrecept bestond, zou de hele wereld het gelezen hebben.

Op de tweede vraag heb ik ondertussen wel een antwoord klaar: van jagen op geluk word je niet per se gelukkiger. Maar het reizen zelf… ja, dat is wat mij gelukkig maakt. Niet naar torens, tempels of ruïnes staren, hoe indrukwekkend de Machu Picchu en de Schwedagon-pagode ook mogen zijn. Nee, reizen, dat is voelen en vastpakken. Dat is snuiven, zowel aan de kersenbloesems als aan het roet van samenlevingen. Reizen doe je niet op het droge, maar door in het diepe te springen. Door te voelen hoe nat het water is.

Natuurlijk kan je dan kopje onder gaan. Zo verzoop ik tijdens een ayahuasca-ceremonie in het Amazonewoud niet alleen in het sjamanistische theetje, maar vooral ook in mijn eigen angsten. In Tokio was ik na twee weken in een internetcafé wonen zo gedeprimeerd dat de zelfdestructieve wanhoop van duizenden Japanse jongeren plots al heel wat minder ongrijpbaar werd.

Maar zoveel vaker wordt immersie beloond. Door de Rwandees Asilex, en de Congolese Justine – zwanger van haar zesde – die in hun krotten in Kigali en Goma geen moeite gespaard lieten om me te tonen hoe grensverleggend Afrikaanse gastvrijheid kan zijn. Door Leo, een van de laatste Uruguayaanse gaucho’s, die te midden van de oprukkende beschaving koppig met paard en lasso bleef werken terwijl maaidorsers en Chinese brommers in razend tempo zijn pampa overnamen. Zonder ooit een zelfhulpboek te hebben opengeslagen, wist hij geluk te vinden in tevredenheid. ‘We hebben nooit vakantie, want er is niemand om ons te vervangen. Hier valt niets te consumeren. Maar er zijn ook veel minder onbereikbare dingen om naar te verlangen. In de stad willen ze alles kopen en naar elk feestje gaan, maar ze hebben er het geld niet voor. Dat frustreert hen’, betichtte Leo zijn landgenoten van weinig bevredigende inhaligheid.

Op zoek naar het hoogste goed was het me lang niet altijd duidelijk wie nu de winnaars en wie de verliezers zijn. Zo bekoorde het onzekere, maar gezapige leven op een actieve Hawaïaanse vulkaan me meer dan de altijd met bladgoud bedekte verwachtingen van Los Angeles, en smaakte het daklozenbestaan in paradijselijk Byron Bay beter dan de met champagne overgoten weltschmerz van jonge Singaporese bankiers. Maar of het nu het ballenbad of de schervenhoop van iemands leven was – meestal beide –, altijd was het de moeite om erin te duiken.

En wat voor mensen geldt, hoeft voor erfgoed en natuurwonderen niet anders te zijn. Waarom de Nijl aanschouwen zonder in een kajak zijn stroomversnellingen te trotseren? Waarom op daguitstap gaan naar de Shaolintempel in het Songshan-gebergte, als je bij die Chinese monniken ook wekenlang op kungfu-training kan? Je gaat niet alleen een ervaring rijker, maar ook met een leeggemaakt hoofd en een lichaam in topconditie weer naar huis. Na duizend slagen vanuit de heupen in het ijle, na dagenlang repetitief peddelen op de levensader van millennia beschaving, zijn alle mogelijke gedachten opgediend, weer afgeruimd en verteerd. Dan rest alleen nog flow, dat heerlijke gevoel van helemaal opgaan in het moment.

Onderdompeling, tijd voor zelfreflectie en flow, zie daar de geheimen van reizend geluk. Al staan ook die natuurlijk niet in steen gebeiteld. Neem ze, net zoals elk ander al te dwingend geluksadvies, gerust met een korrel zout. Bij voorkeur Himalayazout. Vele welzijnsprofeten hebben bewezen dat je van Himalayazout, dankzij de perfecte kristalstructuur en de miljoenen jaren oude ontgiftende eigenschappen, gelukkiger wordt. We wéten dat.

Jan De Deken, Melk, honing, kerosine: op reis naar de gelukkigste en ongelukkigste plaatsen ter wereld, Querido, 416 blz., 22,50 euro.

 

Jan De Deken